Stad Vollenhove
Vollenhove is een kleine stad met een rijke geschiedenis. In 994 werd het stadje al voor het eerst genoemd in Nederland als Fulnaho (woud der vogelen). Het was een heel groot woud waar veel gejaagd werd. In de jaren daarop werd het stadje Vollenhove groter. In de 12de eeuw kreeg Vollenhove een burcht en kerk. Deze is gebouwd door de Utrechtse bisschop Godfried van Rhenen ter beveiliging tegen de invallen van de Stellingwerver Friezen. In de loop der jaren is de burcht/kerk steeds meer opgeknapt en gerenoveerd. Over de burcht of fort zoals deze later werd genoemd is een hele geschiedenis bekend, maar het Fort is compleet afgebroken en van de slotgracht werd een haven gemaakt. De kerk staat er nog steeds maar is door de jaren heen veel verbouwd. De oude kerk ligt onder de zuidelijke hal, de zijmuur en onder het grasveld tussen de zuidmuur en de binnenhaven.
Vollenhove is een vissersstad. De 15e eeuw was voor Vollenhove de meest glorieuze eeuw met de visvangst op steur. Vollenhove en Kampen groeiden uit tot een centrum van steurvisserij.
Vollenhove werd hét bezoekerscentrum van de noordelijke provincies Groningen, Friesland en Overijssel. Drenthe werd afgewezen omdat het een te arme provincie was. In de loop van de jaren raakte de stad in verval. Rondom de ruïnes van Kasteel Toutenburg vestigden de inwoners van Vollenhove zich. De resten van het kasteel in Vollenhove zijn nog altijd zichtbaar. In de tweede Wereldoorlog werd Vollenhove belangrijk voor het werk in de regio. Er was namelijk begonnen met het inpolderen van de Noordoostpolder.
Tegenwoordig is de stad Vollenhove in volle bloei. Het heeft veel toeristische toegangspunten voor een redelijk klein stadje. Je kunt de haven bezoeken, het oude tramstation en de grote Kerk van Vollenhove. In Augustus is er jaarlijks een groot bloemencorso. De stad staat bekend en is ook beroemd om de vele monumentale panden.