Tjeukemeer
Het Tsjûkemar, ook wel Tjeukemeer, is met een oppervlakte van circa 22 vierkante kilometer het grootste meer van Friesland. Het meer ligt tussen Heerenveen en de havenstad Lemmer in het zuiden van Friesland. Vroeger werd dit meer nauwelijks gebruikt, maar tegenwoordig is het een echt watersportparadijs. Het Tsjûkemar is in de loop der jaren bevaarbaar gemaakt doordat de ondiepe gedeeltes zijn verdiept. Ook zijn twee kunstmatige eilanden in het meer aangelegd. Aan het Tsjûkemar liggen de charmante dorpjes Echtenerbrug en Oosterzee-Gietersebrug.
Over het ontstaan van het Tsjûkemar gaan twee verhalen rond. Het eerste verhaal gaat ervan uit dat het Tsjûkemar is ontstaan door een klein brandje in een bos dat aangewakkerd werd doordat een boerin vette melk op het brandje gooide. De boerin was samen met een andere vrouw die haar daarop uitschold voor Tsjûke, teef. De andere versie is dat Tsjûke en March beide zusters van elkaar waren die elkaar kwijt raakten tijdens de brand en naar elkaar bleven roepen. Door de brand werd niet alleen het bos vernietigd, maar ook de onderliggende veengrond. Zo ontstond het Tsjûkmar. Door de Sint Julianavloed in 1164 en de Marcellusvloed in 1219 is het meer nog groter geworden. Plannen om het meer weer droog te leggen werden nooit gerealiseerd.
In het Tsjûkemar is een natuurlijk eiland, de Ganzetippe. In 2000 zijn er nog twee kunstmatige eilanden aangelegd voor het toerisme. Het eiland Marchjepôlle heeft een fijn zandstrand dat langzaam in de zee afloopt, ideaal voor een familieuitje. Doordat het meer op meerdere plekken dieper is gemaakt, is het nu een echt watersportparadijs geworden.